Het installeren van de RPM's zal je makkelijk genoeg tot dit stadium brengen, maar hier is het deel waar je wellicht niet zo zeker van bent als je dit nog niet eerder hebt gedaan.
In /etc komen twee bestanden voor, één genaamd
auto.master
en één genaamd auto.misc
.
Mijn auto.master ziet er ongeveer zo uit:
/auto /etc/auto.misc --timeout 60
Het eerste veld is niet het mountpoint. Het is waar de set mountpoints (te vinden in het tweede veld) zullen zijn. De derde optie geeft aan dat de gemounte bestandssystemen zichzelf 60 seconden na gebruik kunnen proberen te unmounten. Het unmounten kan natuurlijk niet worden toegepast als ze in gebruik zijn.
Auto.misc is een "map-bestand". Het map-bestand mag iedere willekeurige naam hebben; dit bestand heeft de naam auto.misc omdat het oorspronkelijk /misc bestuurde. Meerdere map-bestanden kunnen in auto.master worden gedefinieerd.
Mijn auto.misc ziet er ongeveer zo uit:
kernel -ro,soft,intr ftp.kernel.org:/pub/linux cd -fstype=iso9660,ro :/dev/cdrom zip -fstype=auto :/dev/hdd4 floppy -fstype=vfat :/dev/fd0
De eerste kolom (de "key") is het mountpoint. In dit geval zou het /auto/floppy of iets dergelijks zijn. De middelste set zijn de opties; lees de manpage van mount voor details hierover. En in de laatste kolom wordt aangegeven waar het bestandssysteem vandaan komt. Van het "kernel" record wordt verondersteld dat het een NFS-mount zal zijn. De : op alle andere regels betekent dat het een lokaal device is.